Zonder lucht kunnen wij niet leven. In de lucht zijn allerlei deeltjes aanwezig: letterlijk stof, pollen en pluisjes, maar ook zuurstof, waterdamp en chemische stoffen. We kunnen een paar weken zonder voedsel een aantal dagen zonder water, maar niet meer dan enkele minuten zonder zuurstof. De hoeveelheid zuurstof wordt voor 50% geleverd door de stromingen in de oceanen.
Ademhalen is het eerste wat we doen als we geboren worden, we ademen met een schreeuw uit, waarna de eerste inademing vanzelf volgt. Het ritme van de ademhaling wordt zowel door interne als externe factoren beïnvloed. Als je stress en onrust bemerkt ga je sneller ademen. Als het lichaam aan het verzuren is veranderd de ademhaling ook. Als externe factor kun je kijken naar het hooggebergte, daar is de lucht veel ijler dan in laag gelegen gebieden. Deze lucht bevat dan ook minder zuurstof. Hier ga je vanzelf anders door ademhalen en wordt je sneller kortademig.
Luchtvervuiling
Luchtvervuiling kennen we van natuurrampen, dan is de luchtvervuiling plaatselijk. Nu zijn er steeds minder plaatsen op de aardbol waar de lucht nog echt schoon is. We hebben nu voornamelijk vervuiling met tal van chemische stoffen uit de industrie, intensievere landbouw en veeteelt en door vervoer en verkeer. Nederland is één van de meest vervuilde landen als het gaat om vervuiling met stikstofdioxide en fijnstof. Zelfs de ozonlaag, die ons moet beschermen tegen schadelijke UV-C frequenties, is ernstig beschadigd geraakt door de enorme en wijdverspreide luchtvervuiling met CFK’s (chloorfluor-koolstoffen) die vooral als koelvloeistof en drijfgas worden gebruikt. Deze stoffen worden geleidelijk uit de industrie verwijderd, waardoor het gat in de ozonlaag zich de laatste jaren aan het herstellen is.
Straling
We worden omgeven door natuurlijke elektromagnetische straling van de zon, de bliksem en het aardmagnetisch veld. Sinds 150 jaar zijn daar wat stralingen bijgekomen. Eerst door apparatuur met gelijk stroom en daarna met wisselstroom. Er zijn verschillende experimenten gedaan met stralingen en leven. Zo groeide bijvoorbeeld een plant minder goed die op de TV stond dan een plan die er verder van af stond. Gedurende de tientallen jaren zijn er steeds meer elektronische apparaten bijgekomen. Denk aan digitale wekker, TV, telefoon, magnetron, afwasmachine, droogmachine en nog meer. Buiten ons huis zijn daar ook nog elektriciteitshuisjes aan toegevoegd, hoogspanningskabels, tram en trein kabels, radarstations rond de aarde, zendmasten en nog meer wat straling geeft. Overal staan zendmasten in de buurt van of op kantoren en woningen dus in directe omgeving van mensen.
Producenten, overheden en wetenschappers zijn ervan overtuigd dat deze straling, net als gewone elektriciteit niet schadelijk is. Ze kunnen alleen ook niet aantonen dat deze EM frequenties wel volkomen veilig zijn voor onze gezondheid. Naar schatting is 10 tot 30% van de wereldbevolking elektrisch hypersensitief, dus gevoelig voor elektriciteit en straling. Onafhankelijke wetenschappers maken zich zorgen omdat de doseringen die veilig geacht werden veel te hoog zijn, met andere woorden, bij een veel lagere stralingsdosis treden er allerlei effecten op in biologische systemen. Vooral kinderen zijn kwetsbaar, want een kinderhoofd ontvangt 60% meer straling dan het hoofd van een volwassene. Ook zwangere met een ongeboren kind lopen meer risico. Er zijn relaties gevonden met DNA schade, vermindering van cognitieve functies en toename van bepaalde hersentumoren. Frequent en langdurig gebruik van mobiele telefoon leidt tot een verandering van de suikerstofwisseling in de hersenen.
Het probleem met elektrosmog is, dat je je niet kunt afsluiten voor deze straling. Het is overal om je heen en je kunt niet kiezen om in een stralingsloze omgeving te zijn. Daar tegen over is het van belang om thuis zoveel mogelijk draadloze telefonie en internet te vermijden, en je mobiele telefoon ’s nachts uit te doen of aan de andere kant van de kamer te leggen en zeker niet onder je kussen zoals zoveel schoolkinderen doen. Ook is het raadzaam om je mobiele telefoon niet op je lichaam te dragen, dus niet in je borstzakje of broekzak of heup. Er is namelijk een relatie gevonden met verminderde vruchtbaarheid bij mannen door het dragen van de mobiele telefoon in de broekzak. Graag dus je mobiel in een tas met je mee dragen of op je bureau neer leggen.
Groetjes Kirsten